Hoe werkt GPS:
GPS (Global Positioning System) is een positiebepalingssysteem van de Amerikaanse
strijdkrachten. Het systeem bestaat uit een 24-tal satellieten die elk in
een vaste baan om de aarde draaien. Elk van deze satellieten heeft een eigen signaal, dat
wordt
opgevangen door het GPS-systeem, de ontvanger ter grootte van een GSM.
Deze ontvanger heeft een soort logboek van de banen die elk van de 24 satellieten
beschrijft. Door op een bepaald moment de positie van de satellieten (die zij door de
ruimte zenden) te vergelijken met de tijd op het moment van aflezen, kan de ontvanger
exact bepalen waar hij zich op dat moment bevindt. Door immers het snijpunt te nemen van
minimaal drie satellieten krijg je een bepaald punt op de aardbol: uw positie. Een vierde
satelliet is nodig om de postie nauwkeurig te berekenen, maar hoe meer satellieten des te
beter.
Wellicht is het bovenstaande een beetje te technisch voor u, maar het enige dat u dan
ook moet onthouden is dat GPS u kan helpen bij het vinden van uw lokatie en de richting
die u zou moeten volgen om bij een bepaald doel te komen. Immers, als een GPS-ontvanger
weet waar u bent en waar u naartoe wilt, dan kan hij (mits in beweging!) bepalen of u
in de goede richting beweegt. Een GPS is dus zeker geen kompas, maar puur een electronisch
hulpmiddel dat door zijn rekencapaciteit ook extra informatie kan geven, zoals snelheid,
waarschijnlijke aankomsttijd en afgelegde afstand.
Om te voorkomen dat de “vijand” ook gebruik kan maken van dit systeem, was er door
de Amerikanen een kleine afwijking (SA) ingebouwd. Alleen de militaire GPS
apparaten konden deze afwijking opheffen. Tijdens de golfoorlog was er echter
een tekort aan militaire GPS apparatuur en is de SA tijdelijk uitgezet.
Belangrijk en bijzonder goed nieuws voor gebruikers van een GPS is het feit dat de
Amerikaanse overheid met ingang van 4 mei 2000 de Selective Availability (SA) heeft
afgeschaft. Dit betekent voor mensen die een GPS-ontvanger hebben dat zij hun positie
nog nauwkeuriger kunnen bepalen (tot zelfs tien meter nauwkeurig). Met de ingebruik name van
WAAS en EGNOS is de nauwkeurigheid vergroot tot 1 á 2 meter.
Het satelliet-signaal is in hoge mate bestand tegen storing door weersinvloeden,
van de aarde afkomstige radiosignalen en elektronische apparatuur. Een aantal
grondstations zijn strategisch geplaatst om de satellieten te controleren en om de
afstandsinformatie van het navigatiesignaal te verzamelen. Deze informatie wordt
verwerkt op het hoofd controlestation voor het bepalen van de baangegevens welke daarna
weer worden doorgegeven aan de satellieten.
Let er wel op dat batterijen en software problemen kunnen veroorzaken, neem daarom altijd
kaart en kompas mee.